De kop was eraf en
wij konden onze grote hobby gaan uitbouwen. Uitgangspunt was en is dat
de karakters van huis, tuin en eigenaren op één lijn horen te liggen,
waardoor een in alle opzichten harmonieus geheel zou kunnen ontstaan.
Vooral de natuurlijke, bosachtige omgeving met veel hoge bomen was
daarbij bepalend. Omdat we door hoog geboomte omringd waren, wilden we
in onze tuin juist een bepaalde openheid. Zichtlijnen dienden zo lang
mogelijk te zijn, maar toch mocht de tuin ook weer niet in eenmaal te
overzien zijn. Openheid en beslotenheid vormden zowel de doelstelling
als de uitdaging. We wilden verschillende sferen, maar die moesten wel
fraai en geleidelijk in elkaar overlopen om uiteindelijk één geheel te
vormen.
Het was hard maar
dankbaar werken. De natuur in al zijn grilligheid laat niet met zich
spotten en als tuinierder kun je je maar beter bij die natuur
neerleggen, dan te gekunsteld proberen deze te weerstreven. We maakten
fouten en zelfs blunders, wilden natuurlijk toch weer planten die het
hier niet doen, ontdekten dat alle mogelijke bosbewoners onze planten
lekker vonden enz. enz., maar uiteindelijk ontstond er toch een tuin
waarin wij ons het hele jaar rond en in alle seizoenen goed voelen.
Een volgende
uitdaging deed zich voor toen wij in 2002 een stuk ruig bosterrein
konden kopen dat naast onze tuin gelegen was. De oppervlakte van de
tuin werd hiermee verdubbeld (aan de zuidzijde!) en bovendien konden
we een dertiental te groot en oud (en deels ziek) geworden
douglassparren verwijderen waardoor huis en tuin nogal wat extra
zonlicht kregen.
De uitdaging was
natuurlijk om dit stuk terrein dusdanig te ontwikkelen dat het zou
lijken alsof het altijd al bij onze tuin gehoord had. Een groot deel
van het nieuwe terrein bestond uit een ooit gegraven bosvijver die
door grondwater gevoed wordt. Door het nogal fluctuerende
grondwaterpeil in deze streek kan de vijver in een droge en warme
zomer bijna droogvallen, terwijl er in de winter meters water in kan
staan. Toch kozen we ervoor de vijver te behouden en deze niet te
dempen….ook met weinig water trekt het water ontelbare kikkers,
padden, vogels, salamanders, libelles en andere dieren aan.
Voordat hier überhaupt van een soort
bostuin gesproken kon worden dienden we met de hand honderden
bramenstruiken te rooien en de wal met aarde (die ooit uit de vijver
afkomstig was) te verplaatsen naar de voorzijde. Hier hadden we van de
gekapte sparren een wal laten leggen waar de grond tegenaan kwam te
liggen.
|